‘Asshole!’ blafte Alain da Silva toe. ‘Wat een lul ben jij! Ik betaal je om een toneeltje op te voeren en wat doet senor da Silva? Meneertje besluit om op eigen houtje de opdracht een beetje te herschikken! Om wat voor belachelijke reden dan ook. Mij een beetje opzadelen met een ridicuul partijtje beendertjes … verdomme, wie denk jij wel dat je bent? Hij dacht even na. ‘Of nee, wie denk je dat ik ben?’ Da Silva kreeg via de Skype-chat een middelvinger te zien. ‘Dat was de afspraak niet!’
De Engelse taal was langs beide kanten gebrekkig. De scheldwoorden, de toon en de lichaamstaal waren echter niet mis te verstaan.
‘Rustig, meneer De Waal, bewaar uw kalmte.’
‘Kalmte? Moet ik mijn kalmte bewaren? Ik kan je wel een pak slaag geven. Me zo te kakken zetten, stomme Portugees!’
‘Ik herhaal: blijf alstublieft rustig, meneer De Waal. Ik had er mijn reden toe en uw plan heeft er hoegenaamd niet onder geleden.’
‘Dat zou er nog aan ontbreken! Het enige wat je moest doen was een fictieve partij beenderen aan mij verkopen. Pro forma. Niet meer en niet minder. Maar nee, nee, meneer da Silva haalt het in zijn domme Portugese kop om er een spelletje van te maken en mij met vijftien kilogram echte beenderen op te zadelen. Gewoon een onbestaand ton botten aan mij verkopen. Dat was de afspraak. Punt aan de lijn. Was dat nu zo moeilijk? Was dat nu zo moeilijk, vraag ik je?’